Ons geloof wordt getest

We kunnen onszelf "gelovig" noemen, wanneer we geloven in iets dat boven onszelf uitstijgt. We kunnen onszelf Christenen noemen, wanneer we ons leven in Gods handen leggen en Hem vertrouwen (geloven) voor vergeving van zonden en voor onze eeuwige toekomst.

Dit geloof, in Jezus als onze Redder, kan op de proef worden gesteld. God doet dat ook. Niet om het ons onnodig moeilijk te maken, maar om ons geloof te laten groeien.

1 Enige tijd later stelde God Abraham op de proef. 'Abraham!' zei hij. 'Ik luister,' antwoordde Abraham. 2 'Roep je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt, Isaak, en ga met hem naar het gebied waarin de Moria ligt. Daar moet je hem offeren op een berg die ik je wijzen zal.'

Genesis 22:1-2 (NBV)

We gaan de geschiedenis van Abraham van dichtbij bekijken.

Abrahams beproeving

In vers 1 lezen we dat God Abraham beproeft. Beproeven en verzoeken is niet hetzelfde. Verzoeken richt zich op de oude natuur (de mens zonder God) om te zien of het kwade er uit kan komen. Daar houdt de boze zich onder andere mee bezig. Een beproeving is gericht op de nieuwe natuur, om zwakheden aan het licht te brengen zodat die versterkt kunnen worden.

Het geloof is na een beproeving sterker dan ervoor. Dat is Gods werk. Vergelijk dit met 1 Petrus 1:6-7. Goud wordt zuiverder. Ons geloof is kostbaarder dan goud. Het wordt mooier en sterker.

Wat doet Abraham met deze beproeving?

Abrahams vertrouwen

In vers 3 zien we dat Abraham vroeg opstaat.

3 De volgende morgen stond Abraham vroeg op. Hij zadelde zijn ezel, nam twee van zijn knechten en zijn zoon Isaak met zich mee, hakte hout voor het offer en ging op weg naar de plaats waarover God had gesproken. 4 Op de derde dag zag Abraham die plaats in de verte liggen. 5 Toen zei hij tegen de knechten: 'Blijven jullie hier met de ezel. Ikzelf ga met de jongen verder om daarginds neer te knielen. Daarna komen we naar jullie terug.' 6 Hij pakte het hout voor het offer, legde het op de schouders van zijn zoon Isaak en nam zelf het vuur en het mes. Zo gingen zij samen verder.

Genesis 22:3-6 (NBV)

Hij stelt het maar beter niet uit. Het eerste dat hij doet wanneer hij opstaat is uitvoeren wat God hem heeft opgedragen. Het is voor ons allemaal belangrijk om niet uit te stellen wat God ons vraagt te doen. Er komen zo makkelijk allemaal redenen in ons op waarom we het misschien maar beter niet kunnen doen. Dan geldt: van uitstel komt afstel.

Vertrouwen op God staat gelijk aan onmiddellijke gehoorzaamheid.

In vers 5 spreekt Abraham zijn geloof hardop uit. Hij zegt tegen zijn twee knechten: "Daarna komen we naar jullie terug". Abraham gelooft dat hij niet zonder Isaak terugkomt en vertelt dit vooraf tegen anderen. 

Vertrouwen op God is anderen vertellen wat je gelooft dat Hij gaat doen. We lezen nog verder.

7 'Vader,' zei Isaak. 'Wat wil je me zeggen, mijn jongen?' antwoordde Abraham. 'We hebben vuur en hout,' zei Isaak, 'maar waar is het lam voor het offer?' 8 Abraham antwoordde: 'God zal zich zelf van een offerlam voorzien, mijn jongen.' En samen gingen zij verder. 9 Toen ze waren aangekomen bij de plaats waarover God had gesproken, bouwde Abraham daar een altaar, schikte het hout erop, bond zijn zoon Isaak vast en legde hem op het altaar, op het hout. 10 Toen pakte hij het mes om zijn zoon te slachten. 11 Maar een engel van de HEER riep vanuit de hemel: 'Abraham, Abraham!' 'Ik luister,' antwoordde hij. 12 'Raak de jongen niet aan, doe hem niets! Want nu weet ik dat je ontzag voor God hebt: je hebt mij je zoon, je enige, niet willen onthouden.' 13 Toen Abraham opkeek, zag hij een ram die met zijn horens verstrikt was geraakt in de struiken. Hij pakte het dier en offerde dat in de plaats van zijn zoon. 14 Abraham noemde die plaats 'De HEER zal erin voorzien'. Vandaar dat men tot op de dag van vandaag zegt: 'Op de berg van de HEER zal erin voorzien worden.' 

Genesis 22:7-14 (NBV)

In vers 8 spreekt Abraham opnieuw zijn geloof uit, nu tegen zijn zoon. Dit keer vertelt hij, in geloof, hoe God het probleem gaat oplossen. Abraham gelooft (vertrouwt erop) dat God Zelf voor een offer zal gaan zorgen. Abraham is in dit vers tevens een profeet, die spreekt over Jezus en Zijn plaatsvervangend offer. Ons eigen offer is niet goed genoeg, God Zelf zal voor het Offer zorgen.

God voorziet inderdaad (vers 13).

Laten we ons (blijven) verheugen in het plaatsvervangend offer van de Here Jezus, dat het Leven voor ons mogelijk maakt!

Abrahams reactie op twijfels

Iemand met geloof is niet iemand die nooit twijfelt. Abraham zal veel vragen in zijn hoofd hebben gehad, waar hij geen antwoord op had. Er lijken immers tegenstellingen te zijn in Gods beloften en deze opdracht.

Eerste bron van twijfel - Abraham houdt van God en hij houdt ook van Isaak.
Zou hij door de jaren heen meer van zijn zoon zijn gaan houden? God begrijpt dat dit zou kunnen gebeuren. Hij zegt: Neem uw zoon, uw enige, die u liefheeft. Maar Abraham blijft God op de hoogste plaats stellen. Hij laat de aardse liefde niet de hemelse overschaduwen.

Wat er in ons leven ook kostbaar en mooi is, laten we altijd God bovenaan blijven stellen.

Tweede bron van twijfel - Er lijkt een tegenstelling te zijn in Gods goedheid en Gods opdracht aan Abraham. Hoe kan God een vader de opdracht geven zijn zoon te doden? Het antwoord vinden we in het vervolg van het verhaal. God voorkomt een mensenoffer. God wilde geen mensenoffer, maar een geestelijk offer. Hij wilde de bereidheid van Abraham zien om zijn zoon terug te geven aan God.

God verlangt van ons een geestelijk offer, in ons dagelijks leven, in onze houding, ons spreken, ons werk, en ons dienen. God wil bereidheid zien in ons leven.

Derde bron van twijfel - Tot slot lijkt er een tegenstelling te zijn tussen Gods beloften en Isaaks dood. Het verbond en alle beloften zouden immers op niets uitlopen als Isaak er niet meer zou zijn. Het antwoord is een schitterende uiting van Abrahams geloof: Hij is de eerste in de Bijbel die gelooft dat God de doden weer tot leven kan wekken. Tegen zijn knechten zegt hij: wij komen terug. In Hebr. 11:(17-)19 staat dat Abraham zich bedacht: God heeft dit beloofd. Als Isaak moet sterven, dan zal God hem weer tot leven brengen.

Laten we groeien in ons geloof door zelfs die dingen te geloven die we nog niet eerder hebben zien gebeuren (in ons eigen leven). Er is niets wat God niet kan

Bijbelboek: Genesis Trefwoorden: Beproeving, Gehoorzaamheid, Geloof, Overwinning