Voor wie niets meer hebben

Als u niets meer heeft, omdat het leven u alles heeft afgenomen, als uw familie u is ontvallen of uw lichaam door ziekte wordt verwoest, kijk dan mee met de man die uw situatie begrijpt; de schrijver van Klaagliederen.

20 Telkens als ik mijn lot overdenk, ben ik diep terneergeslagen.
21 Toch geef ik de hoop niet op, want hieraan houd ik vast:
22 Genadig is de HEER: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen grenzen.
23 Elke morgen schenkt hij nieuwe weldaden. - Veelvuldig blijkt uw trouw!
24 Ik besef: mijn enig bezit is de HEER, al mijn hoop is op hem gevestigd.
25 Goed is de HEER voor wie hem zoekt en alles van hem verwacht.
26 Goed is het geduldig te hopen op de HEER die redding brengt.

Klaagliederen 3:20-26 (NBV)

Als ik kijk wat me overkomen is

Het is normaal en menselijk om te kijken naar wat ons overkomen is. Of we er nu middenin zitten, of dat het al even achter ons ligt, het kan ons neerdrukken en uit het veld slaan. Zo voelt de schrijver van deze Bijbelverzen zich ook (in vers 20). Hij is diep teneergeslagen.

Is het verkeerd om zo te kijken? Het is wellicht onontkoombaar. De vraag is niet of we mogen overdenken wat er gebeurt in ons leven, maar meer wat we daar mee doen.

Blijven hopen op God

Hoe is het mogelijk dat iemand, die door het leven zo is beroofd, niet gaat twijfelen aan God? Als God liefde is, waarom gebeuren er dan van die vreselijke dingen? We kunnen goede hoop blijven houden als we vasthouden aan het feit dat de Here God genadig is (ons goede dingen geeft die we niet verdienen) en dat Hij zich grenzeloos over ons ontfermt. 

Hoe weten we dit? Is God echt genadig? Ontfermt Hij Zich echt over ons? Is dat inderdaad grenzeloos? Houdt dat nooit op?

In vers 23 blijkt waarom de schrijver zo zeker is van zijn zaak. Hij heeft ervaring met God! Tot nu toe ontdekt hij in zijn leven iedere dag nieuwe weldaden, hoe moeilijk zijn leven ook is. Steeds weer blijkt dat God trouw is, hoe zwaar ook de omstandigheden.

"Wij zijn nog in leven!", staat er. Wie niet meer wil blijven leven kan misschien moed putten uit de wetenschap dat God iedere dag, die Hij geeft, benut om Zijn nieuwe weldaden en trouw te laten zien.

Hebben we echt niets meer?

De titel bovenaan deze studie is: Voor wie niets meer hebben. Klopt dit helemaal? In vers 24 staat: Ik besef: mijn enig bezit is de Heer. Voor wie niets meer heeft, is er altijd nog een God Die genadig en vol ontferming onze God wil zijn. Hij wil onze hoop en onze toekomst zijn. Als we niet meer kunnen hopen op onze gezondheid, op onze familie of op onze bezittingen, dan mogen we samen met de schrijver van Klaagliederen zeggen: Goed is de Heer voor wie Hem zoekt en alles van Hem verwacht. Is er niets meer om te hopen, dan kan al uw hoop volledig op Hem gevestigd zijn.

Heeft u niets meer? Grijp nieuwe moed uit Gods Woord. Wordt niet bitter maar zoek de Heer. God is goed voor wie Hem zoekt. Iemand zei pas: "Als zoiets gebeurt, dan zou ik schreeuwen tot God: Houd me vast!"

Blijf geduldig hopen op de Heer die uw redding is.

Bijbelboek: Klaagliederen Trefwoorden: Geduld, Genade, Hoop, Verwachting